Ruwe materialen, onafgewerkte muren en zichtbare kabels en leidingen. Dit is allemaal kenmerkend voor een industrieel interieur. Deze woning stijl is de afgelopen jaren toegenomen in populariteit. Je ziet het steeds vaker, ruwe betonnen of bakstenen muren die niet afgestuct of geschilderd zijn, het leidingwerk dat aan het plafond zit. Industrieel staat bekend om het gebruiken van ruwe materialen, vaak in combinatie met donkere kleuren. Zwarte kunststof kozijnen en ijzeren balken tussen de rode bakstenen. Ook de meubels zijn vaak grijs, antraciet of zwart. Ook volledig zwarte keukens passen goed bij deze stijl, er is vaak geen ruimte voor wit.
Veel of weinig licht kan het verschil maken
Een industrieel interieur is vaak niet bang van wat licht, grote ramen met donkere kozijnen. Er is toch voldoende lichtinval nodig om het interieur leefbaar te houden, anders wordt het veel te donker en somber. De gebruikte materialen hebben ook voldoende licht nodig om tot hun recht te komen. Wil men toch geen zwarte kunststof kozijnen maar iets meer kleur? Grijs en zelfs bruin kunnen een alternatief zijn. Vaak zijn in een interieur ook veel donkerbruine meubels te vinden. Ook hout is een materiaal dat veel wordt gebruikt. Toch kies je beter voor kunststof kozijnen, van https://dhk.nl/ bijvoorbeeld. Kunststoffen kozijnen passen sneller bij een industrieel interieur dan houten.
Gekleurde kozijnen gemaakt van kunststof
Kunststof is een materiaal dan makkelijk te kleuren is, daarom vind je niet alleen zwarte kunststof kozijnen, maar ook witte. Toch is wit niet aan te raden bij een industrieel interieur. Wit wordt weliswaar gezien als een neutrale kleur die overal bij past, toch is bij een industrieel interieur de betere keuze donkere kozijnen. Je wil zoals gezegd voldoende lichtinval, maar wil hier niet de nadruk op leggen. Door de kozijnen donker te houden voorkom je dat de ramen het middelpunt van de ruimte worden. Je wil immers bij een industrieel interieur dat het zonlicht de nadruk legt op de ruwe materialen en stoere meubels.